• ba·sis·norm
enkelvoud meervoud
naamwoord basisnorm basisnormen
verkleinwoord

de basisnormv / m

  1. de minimale eisen waaraan iets moet voldoen
     Voor de zomer stelde het Nationaal Regieorgaan Onderwijs vast dat het passend onderwijs minder goed werkt dan gehoopt. Dat komt onder meer omdat niet duidelijk is wanneer een kind recht heeft op extra ondersteuning en wanneer niet. De minister wil daarvoor een 'landelijke basisnorm' vastleggen, waarin ook staat wat de school moet regelen.[1]
     Volgens de rechter is het cellencomplex sinds de acties overbevolkt. "Er is plaats voor 89 mensen terwijl er 113 mensen vertoeven. De materiële levensvoorwaarden, zoals hygiëne, degelijke voeding en de wandeling kunnen niet gegarandeerd worden en beantwoorden niet meer aan de basisnorm", stelt de rechtbank volgens Belgische media.[2]


  1.   Weblink bron “Meer inspraak, minder papierwerk: minister wil passend onderwijs aanpakken” (Woensdag 4 november 2020, 16:01), NOS
  2.   Weblink bron “Belgische verdachten vrijgelaten wegens mensonwaardige gevangenis” (Vrijdag 29 juni 2018, 17:18), NOS