Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ba·sis·goe·de·ren
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord - basisgoederen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de basisgoederenmv basisgoederen

  1. goederen die men als elementair voor het voortbestaan beschouwt en die daarom volgens sommige regeringen betaalbaar moeten blijven

Gangbaarheid