Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • bar·nin·gen
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de barningenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord barning
      Geluckigh is de man, die, uit de wilde zee
    Zoo veeler dwaelinghen en jammeren en wee,
    Door alle klippen heen, by wijle in schuim begraven,
    Van barningen bestulpt, in 't eindt de stille haven
    Des godtsdienst innezeilt en veilighlijck belant
    By Godt.
    [1]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron
    Joost van den Vondel geciteerd door Karel Porteman en Mieke B. Smits-Veldt
    “Een nieuw vaderland voor de muzen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1560-1700.”, 4de druk (2016), Bert Bakker, Amsterdam, ISBN 9789035130296, p. 647 op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren