• barn·ak·tig
  • Afleiding van het Noorse zelfstandige naamwoord barn met het achtervoegsel -aktig
Naar frequentie zeldzaam
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud barnaktig mer barnaktig mest barnaktig
o enkelvoud barnaktig
meervoud barnaktige
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
barnaktige mer barnaktig mest barnaktige

barnaktig (om een volwassen persoon)

  1. kinderlijk
  2. kinderachtig, infantiel
  • [2]: barnaktig oppførsel
een kinderachtig gedrag


  • barn·ak·tig
  • Afleiding van het Nynorske zelfstandige naamwoord barn met het achtervoegsel -aktig
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud barnaktig meir barnaktig mest barnaktig
o enkelvoud barnaktig
meervoud barnaktige
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
barnaktige meir barnaktig mest barnaktige

barnaktig (om een volwassen persoon)

  1. kinderlijk
  2. kinderachtig, infantiel