• ban·ken·hef·fing
enkelvoud meervoud
naamwoord bankenheffing bankenheffingen
verkleinwoord

de bankenheffingv

  1. belasting die banken moeten betalen en die gebruikt wordt als de overheid moet bijspringen in slechte economische tijden
     In de G20 is ook verschil van mening over een bankenheffing. Dat houdt in dat financiële instellingen moeten opdraaien voor de kosten van een volgende crisis.[1]
     Door de bankenheffing in Cyprus zijn veel ondernemers daar geld kwijt geraakt. De heffing moet de economie van Cyprus redden, maar nu vragen veel ondernemers zich af of hun bedrijf het wel overleeft.[2]
     Het gevoel bij de aangesloten banken is dat de dure lobby in Den Haag en Brussel weinig oplevert. Het steekt de bankiers dat de politiek blijft volharden in een kritische houding en er in het publieke debat nauwelijks wordt geluisterd naar de banken. Een grote steen des aanstoots is verder de bankenheffing. Ook tussen de banken onderling was er de laatste tijd wrevel, zowel tussen de Rabobank en ING als tussen de grote en de kleine banken.[3]
     "Het is een tijdelijke en halve maatregel, maar het is beter dan niets", zegt PvdA-Kamerlid Ronald Plasterk. Hij is blij dat er nu een bankenheffing komt. Ook de SP ziet die bankenheffing graag komen.[4]


  1.   Weblink bron “Minister VS voor crisisaanpak per land” (Zondag 27 juni 2010, 10:57), NOS
  2.   Weblink bron “Overleven de bedrijven op Cyprus de bankenheffing?” (Dinsdag 26 maart 2013, 18:19), NOS
  3.   Weblink bron “Topambtenaar leidt bankenclub” (Dinsdag 26 februari 2013, 13:14), NOS
  4.   Weblink bron “Huizenmaatregel valt redelijk goed” (Vrijdag 1 juli 2011, 14:43), NOS