• ban·da·gist
enkelvoud meervoud
naamwoord bandagist bandagisten
verkleinwoord - -

de bandagistm

  1. (medisch) (beroep) iemand die breukbanden en andere heelkundige verbandmiddelen vervaardigt en verkoopt
56 % van de Nederlanders;
86 % van de Vlamingen.[2]