• bal·lin·ge
  • afleiding van balling met het achtervoegsel -e
enkelvoud meervoud
naamwoord ballinge ballinges
verkleinwoord

de ballingev

  1. vrouw die uit haar land of stad is weggestuurd en daar niet meer terug mag komen
39 % van de Nederlanders;
33 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be