bakte op
- bak·te op
vervoeging van |
---|
opbakken |
bakte op
- enkelvoud verleden tijd van opbakken
- Ik bakte op.
- Jij bakte op.
- Hij, zij, het bakte op.
- Ik bakte op.
- Het woord bakte op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.