baksjisj

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  baksjisj    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• bak·sjisj

Woordherkomst en -opbouw

• Leenwoord uit het Turks, in de betekenis van ‘fooi’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1886

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	baksjisj	baksjisjen
verkleinwoord	baksjisje	baksjisjes

Zelfstandig naamwoord

het baksjisj o

1. fooi

Gangbaarheid

• Het woord baksjisj staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

• In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "baksjisj" herkend door:

17 %	van de Nederlanders;
26 %	van de Vlamingen.

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.