bakabana
- ba·ka·ba·na
- uit het Sranantongo [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | bakabana | bakabana's |
verkleinwoord |
bakabana
- (voeding) banaan gebakken in deeg
- ▸ En in landen als Suriname snappen ze dat de banaan ook prima als smaakmaker bij een vol bord met pittige bami past in de vorm van bakabana (gebakken in deeg). Bananenpannenkoeken kennen ze ook over de hele wereld.[2]
- ▸ De bakabana met pindasaus(€1,75) is redelijk, een dikker en knapperig deegjasje had hem echter niet misstaan. Maar de pindasaus maakt alles goed: o, wat is die goddelijk, met lekker veel stukjes noot erin.[3]
- Het woord bakabana staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "bakabana" herkend door:
24 % | van de Nederlanders; |
13 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ bakabana op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Weblink bron Stefan ten Teije“Een ode aan de banaan” (18-04-2018), Tubantia
- ↑ Weblink bron Monique van Loon“Floor’s Surinaamse Catering levert comfortfood zonder poespas” (18-04-2018), Het Parool
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be