babymoonvakantie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  babymoonvakantie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ba·by·moon·va·kan·tie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  babymoon zn  en  vakantie zn  (babymoon is afgeleid van honeymoon)

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	babymoonvakantie	babymoonvakanties
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

de babymoonvakantie v

1. een laatste vakantie van een paar voordat de baby wordt geboren, m.a.w. de laatste keer dat men nog tijd voor elkaar heeft

Gangbaarheid

• Het woord babymoonvakantie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.