babokken
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ba·bok·ken
Woordherkomst en -opbouw
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
babokken |
- |
- |
onvolledig |
Werkwoord
babokken
- (verouderd) als een domoor behandelen
Afgeleide begrippen
Zelfstandig naamwoord
de babokken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord babok
Gangbaarheid
- Het woord 'babokken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.