• av·rå
  • Samenstelling van met het voorvoegsel av-.
vervoeging
onbepaalde wijs avrå avråde
avråda
tegenwoordige tijd avrår avråder
verleden tijd avrådde
avrådt
avrådde
avrådt
voltooid
deelwoord
avrådd
avrådt
avrådd
avrådt
onvoltooid
deelwoord
avrådande avrådande
lijdende vorm avrådast
(bijvorm): avrådas
avrådast
(bijvorm): avrådas
gebiedende wijs avrå avrå
vervoegingsklasse Klasse 4 zwak Klasse 3 zwak
opmerking optioneel optioneel

avrå

  1. overgankelijk afraden