Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • au·to-eco·lo·gie
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord auto-ecologie -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de auto-ecologiev

  1. (biologie) de studie van de ecologie van een individuele plant of soort

Gangbaarheid