• aus·pi·ci·um
  • uit het Latijn
enkelvoud meervoud
naamwoord auspicium auspicia
verkleinwoord

het auspiciumo

  1. waarneming (aan vogels) als teken dat door de goden gegeven zou zijn
58 % van de Nederlanders;
50 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be