• au·dio·rack
enkelvoud meervoud
naamwoord audiorack audioracks
verkleinwoord audiorackje audiorackjes

het audioracko

  1. kast bestemd om een geluidsinstallatie in te plaatsen
  2. het geheel van de geluidsinstallatie met de kast
65 % van de Nederlanders;
58 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be