audioapparaat
- au·dio·ap·pa·raat
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | audioapparaat | audioapparaten |
verkleinwoord |
het audioapparaat o
- apparaat waarmee geluid ten gehore gebracht kan worden
- Een andere overeenkomst tussen Apple en Rams is eigenlijk radicaler. Handelaren en consumenten vonden de SK4 lelijk. ‘Sneeuwwitjes doodskist’, was al snel de bijnaam. Het was geen meubel, zoals alle radio’s en pick-ups tot die tijd. Net zoals het lang duurde voordat auto’s zich ontworstelden aan hun verleden als paardenkoets, duurde het tot de SK4 voor audioapparaten een eigen vorm hadden. En net zo heeft Apple in de jaren negentig de computer bevrijd van de ongelukkige symbiose van een oude typemachine en een grauwe beeldbuis.[1]
- Last.fm hoopt zijn slagkracht te vergroten door niet alleen via de computer muziek aan te bieden: de webdienst is inmiddels ook af te luisteren op streaming audioapparaten die je rechtstreeks op een hifi-installatie aansluit.[2]
- Het woord audioapparaat staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.