Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • auc·ti·o·na·ris
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord auctionaris auctionarissen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de auctionarism

  1. (beroep) iemand die aucties houdt

Gangbaarheid

58 % van de Nederlanders;
53 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be