Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ato·mi·se·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord atomisering atomiseringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de atomiseringv

  1. in hele kleine stukjes gebroken
     Een half jaar na de atomisering van het lichaam van Susan Calvin krijg ik een bericht in mijn neurocircuit. Ik werk op dat moment aan een pamflet over de Machines - mijn visie op hun steeds groter wordende greep op onze Sferen en het leven van de mensen. Gaan wij Aardlingen in vrijheid de tweeëntwintigste eeuw halen?[2]
  2. door atoomwapens vernietigd

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron “Giphart schreef samen met robot 'behoorlijk goed stukje tekst'” (Woensdag 1 november 2017, 11:36), NOS