aten af
- aten af
vervoeging van |
---|
afeten |
aten af
- meervoud verleden tijd van afeten
- Wij aten af.
- Jullie aten af.
- Zij aten af.
- Wij aten af.
- Het woord aten af staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
vervoeging van |
---|
afeten |
aten af