asielverhaal
- asiel·ver·haal
- samenstelling van asiel zn en verhaal zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | asielverhaal | asielverhalen |
verkleinwoord |
het asielverhaal o
- het verslag van een vluchteling over zijn motieven om te vluchten en asiel aan te vragen
- ▸ De ombudsman hoort regelmatig van advocaten die asielzoekers bijstaan, dat er problemen zijn bij de beoordeling door de IND van het asielverhaal. Het relaas wordt tot dusver alleen schriftelijk vastgelegd.[1]
- ▸ Toen S. op zestienjarige leeftijd naar Duitsland kwam, vertelde hij dat zijn moeder was overleden en dat zijn vader spoorloos verdwenen was. Dat bleek een leugen. "Het was mijn asielverhaal", zei S. vandaag. "Verder wil ik het daar niet over hebben."[2]
- Het woord asielverhaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “"IND, neem gesprek asielzoeker op"” (Zaterdag 25 mei 2013, 17:23), NOS
- ↑ Weblink bron “Jawed S. wilde op Amsterdam CS 'oneerlijke en wrede mensen' doden” (Maandag 2 september 2019, 12:46), NOS