Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • asiel·aan·vra·ger
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord asielaanvrager asielaanvragers
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de asielaanvragerm

  1. iemand die bescherming vraagt in een ander land omdat hij of zij in zijn eigen land wordt bedreigd
     Gisteravond laat kondigde het demissionaire kabinet een versoepeling aan van de procedures en processen waarmee betrokkenen uit Afghanistan naar Nederland gehaald worden. Zodra het ministerie van Defensie heeft bevestigd dat iemand als tolk heeft gewerkt, vervallen andere eisen in de procedure. Wel moet de asielaanvrager en zijn/haar gezin over een geldig identiteitsbewijs beschikken.[1]
     Het is slechts één van de voorbeelden die de migratierechtdeskundigen signaleren. Ook de rigide opstelling bij het uitzetten van asielzoekers, die al in een ander land zijn geregistreerd, is hen een doorn in het oog. Er wordt nauwelijks rekening gehouden met al in Nederland aanwezige familie van de asielaanvrager. Zij moeten dan koste wat kost terug naar het land waar zij als eerste Europa zijn binnengekomen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Een dag na de chaos op het vliegveld komt de evacuatie vanuit Afghanistan op gang” (Dinsdag 17 augustus 2021, 06:01), NOS
  2.   Weblink bron “'Behandeling migranten lijkt op die van slachtoffers toeslagenaffaire'” (Maandag 12 april 2021, 02:17), NOS