Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • as·falt·cen·tra·le
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord asfaltcentrale asfaltcentrales
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de asfaltcentralev / m

  1. fabriek waar men asfalt maakt uit grondstoffen en oud asfalt
     "Last van mijn luchtwegen, prikkelende ogen, keelpijn, hoofdpijn", somt Marlies Germanus op. Het is niet wat ze had verwacht toen ze in haar nieuwe, juist ecologische woning trok. De boosdoener: de asfaltcentrale die bij haar om de hoek staat. Het bedrijf recyclet asfalt, maar bij dat proces komen gevaarlijke, soms kankerverwekkende stoffen vrij.[1]
     Inwoners van de stad Corpus Christi, in Texas, zitten zonder water, omdat een asfaltcentrale giftige stoffen heeft gelekt in de drinkwatervoorziening. Honderdduizenden mensen moeten daardoor flessen water gebruiken om te kunnen drinken, koken en douchen.[2]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Zo is het om naast een 'ziekmakende' asfaltcentrale te wonen” (Dinsdag 10 augustus 2021, 21:01), NOS
  2.   Weblink bron “Texanen slaan massaal drinkwater in” (Vrijdag 16 december 2016, 01:47), NOS