• Startpagina
  • Willekeurig
  • Aanmelden
  • Instellingen
  • Financieel bijdragen
  • Over WikiWoordenboek
  • Voorbehoud

arbo

  • Taal
  • Volgen
  • Bewerken

Inhoud

  • 1 Nederlands
    • 1.1 Uitspraak
    • 1.2 Woordafbreking
    • 1.3 Zelfstandig naamwoord
      • 1.3.1 Afgeleide begrippen
    • 1.4 Meer informatie
    • 1.5 Gangbaarheid
  • 2 Esperanto
    • 2.1 Zelfstandig naamwoord

Nederlands

Uitspraak
  • Geluid:  arbo    (hulp, bestand)
Woordafbreking
  • ar·bo
enkelvoud meervoud
naamwoord arbo -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

arbo v / m

  1. (afkorting) voor arbeidsomstandigheden
Afgeleide begrippen
   
  • Arbobesluit
  • Arboraad
  • Arbowet
  • arbo-eis
  • arboadviseur
  • arboafspraak
  • arboarts
  • arbobeleid
  • arbocatalogus
  • arbocheck
  • arbocommissie
  • arboconvenant
  • arbocoördinator
  • arbodeskundige
  • arbodienst
  • arbonorm
  • arboplan
  • arboregel
  • arboregeling
  • arbotechnisch
  • arboveiligheid
  • arbovriendelijk
  • arbowetgeving
  • arbozaken
  • arbozorg

Meer informatie

  • Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

  • Het woord arbo staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.


Esperanto

  enkelvoud meervoud
nominatief   arbo     arboj  
accusatief   arbon     arbojn  

Zelfstandig naamwoord

arbo

  1. boom
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=arbo&oldid=4231702"
Laatst bewerkt op 4 jul 2020, om 12:36

De inhoud is beschikbaar onder de CC BY-SA 3.0 tenzij anders aangegeven.
  • Deze pagina is voor het laatst bewerkt op 4 jul 2020 om 12:36.
  • De tekst is beschikbaar onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding-Gelijk delen. Er kunnen aanvullende voorwaarden van toepassing zijn. Zie de Gebruiksvoorwaarden voor meer informatie.
  • Privacybeleid
  • Over WikiWoordenboek
  • Voorbehoud
  • Gebruiksvoorwaarden
  • Desktopweergave
  • Ontwikkelaars
  • Statistieken
  • Cookiesverklaring