Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: apr

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • apr.
Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

de apr.m

  1. (afkorting) vierde kalendermaand, april
    «De vergadering is 17 apr. 2011»
    De datum van de vergadering is 17 april 2011
Opmerkingen
  • Echte afkortingen worden als regel met een punt geschreven, maar in opsommingen waar uit de context al duidelijk is dat het om de naam van een maand gaat is het gebruikelijk om de punt weg te laten: apr [1].

Meer informatie

Verwijzingen

Gangbaarheid