appraise
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to appraise |
he/she/it | appraises |
verleden tijd | appraised |
voltooid deelwoord |
appraised |
onvoltooid deelwoord |
appraising |
gebiedende wijs | appraise |
appraise
- overgankelijk de waarde schatten van, schatten, taxeren
- overgankelijk, (financieel) begroten