antwoordt
Nederlands
Uitspraak
Gelijkklinkende woorden
Woordafbreking
- ant·woordt
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
antwoorden |
antwoordt
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van antwoorden
- Jij antwoordt.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van antwoorden
- Hij antwoordt.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van antwoorden
- Antwoordt!
Gangbaarheid
- Het woord antwoordt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.