• ant·woordt
vervoeging van
antwoorden

antwoordt

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van antwoorden
    • Jij antwoordt. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van antwoorden
    • Hij antwoordt. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van antwoorden
    • Antwoordt!