Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • an·glai·se
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘dans’ voor het eerst aangetroffen in 1832 [1]
  • uit het Frans: op de Engelse manier
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen anglaise
verbogen

Bijvoeglijk naamwoord

anglaise

  1. (kookkunst) door olie, ei, peper en zout en bloem gehaald om te paneren
  2. (kookkunst) bij koken: net gaar
  3. (kookkunst) crème anglaise
    • Crème anglaise is een dunne vanillecrème die de basis is voor het Franse nagerecht oeufs à la neige - schuimeieren.[2] 

Gangbaarheid

Verwijzingen