andromonoecisch
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- an·dro·mo·noe·cisch
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van monoecisch met het voorvoegsel andro-
stellend | |
---|---|
onverbogen | andromonoecisch |
verbogen | andromonoecische |
Bijvoeglijk naamwoord
andromonoecisch
- (plantkunde) afwisselend mannelijke als tweeslachtige bloemen dragend
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord 'andromonoecisch' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.