andragoge
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- an·dra·go·ge
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | andragoge | andragoges |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de andragoge v (beroep) vrouw die gespecialiseerd is in de opvoeding en vorming van volwassenen
Synoniemen
Gangbaarheid
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "andragoge" herkend door:
64 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be