anderhalvemetermaatje
- an·der·hal·ve·me·ter·maat·je
- afleiding van maat met het voorvoegsel anderhalvemeter-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | anderhalvemetermaatje | anderhalvemetermaatjes |
verkleinwoord |
het anderhalvemetermaatje o
- iemand waarmee je samen een activiteit onderneemt waarbij je de 1,5 meter afstand bewaart zoals verplicht was tijdens de coronaepidemie
- Het woord 'anderhalvemetermaatje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.