anderhalvemetermaatje

  • an·der·hal·ve·me·ter·maat·je
enkelvoud meervoud
naamwoord anderhalvemetermaatje anderhalvemetermaatjes
verkleinwoord

het anderhalvemetermaatjeo

  1. iemand waarmee je samen een activiteit onderneemt waarbij je de 1,5 meter afstand bewaart zoals verplicht was tijdens de coronaepidemie