• anaal·klier
enkelvoud meervoud
naamwoord anaalklier anaalklieren
verkleinwoord anaalkliertje anaalkliertjes

de anaalklierv / m

  1. (biologie) klier gelegen naast de anus van veel diersoorten die sterk riekende geurstoffen afscheidt
     Neushoornmannetjes stoppen een geurboodschap in hun poep, en die zetten ze in enorme hopen af aan de rand van hun territorium. Een neushoorn zoekt zijn wc-plekken telkens weer op om zijn boodschap te vernieuwen. Geurtjes en hun boodschappen blijven dus een tijdje hangen. Maar de kampioenen in het afzetten van langdurige geurboodschappen zijn gevlekte hyena’s. Uit hun anaalklier scheiden ze een goedje af dat zelfs voor ons mensen meer dan een maand lang te ruiken is. Wrijven ze met hun achterwerk over een graspol, dan weet een hyena die weken later langskomt nog steeds wie hier is geweest.[1]


  1.   Weblink bron
    Constanze Mager
    “Waarom de hyena geen Facebook nodig heeft” (22-05-2019), Tubantia