alterarse
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
alterarse |
alteraba |
alterado |
volledig |
Werkwoord
alterarse
Woordafbreking
- al·te·rar·se
- wederkerend
- veranderen
- bederven, rotten
- opgewonden raken
- kwaad worden
Synoniemen
- [1] cambiarse
- [3] inquietarse