Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • als·je·blief
Woordherkomst en -opbouw

Bijwoord

alsjeblief

  1. (informeel) als beleefde aandrang bij een verzoek of versterking bij een bevel
Synoniemen

Gangbaarheid

57 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be