• al·lit·te·re·ren
  • uit het Frans

allittereren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
allittereren
allittereerde
geallittereerd
zwak -d volledig
  1. (dichtkunst) beginnen met gelijke medeklinkers van twee of meerdere beklemtoonde lettergrepen of woorden binnen een uitdrukking, prozazin of vers