Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • al·lit·te·re·ren
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Frans

Werkwoord

allittereren

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
allittereren
allittereerde
geallittereerd
zwak -d volledig
  1. (dichtkunst) beginnen met gelijke medeklinkers van twee of meerdere beklemtoonde lettergrepen of woorden binnen een uitdrukking, prozazin of vers
Afgeleide begrippen
Schrijfwijzen

Gangbaarheid