Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ali·bi·ali
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord alibiali alibiali's
verkleinwoord alibiali'tje alibiali'tjes

Zelfstandig naamwoord

alibiali

  1. allochtoon die in een functie slechts getolereerd wordt om de schijn van discriminatie te vermijden

Gangbaarheid