Nederlands

 
[1] alcantara
Uitspraak
Woordafbreking
  • al·can·ta·ra
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Italiaans
enkelvoud meervoud
naamwoord alcantara
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het alcantarao

  1. kunststof die gebruikt wordt als alternatief voor suède in de kledingindustrie en meubelmakerij
     Het interieur is onder meer afgewerkt met zwart alcantara en geanodiseerd aluminium. Smaakvol is het stuurwiel dat met alcantara is afgewerkt.[1]
     Er is veel gefrummeld aan het interieur van auto's, want daar kijkt een autorijdend mens vaker tegenaan dan tegen de eigen buitenkant. Alcantara, suède, ribfluweel en verwarming om op te zitten. Kloek klokwerk, chroom, vette wijzers om tegenaan te kijken. Sportpedalen, want het voetwerk wil ook wat.[2]
  2. (bloemplanten) benaming voor planten uit het geslacht Alcantarea  

Gangbaarheid

45 % van de Nederlanders;
52 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Nieuwe Porsche Panamera GTS krijgt meer power” (16 okt. 2018), De Telegraaf
  2.   Weblink bron “Met de zelfrijdende auto zitten we straks eindelijk in een echte miniwoonkamer” (15 november 2017), de Volkskrant
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be