Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aids·me·di·cijn
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aidsmedicijn aidsmedicijnen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het aidsmedicijno

  1. (medisch) (farmacologie) geneesmiddel tegen een HIV-besmetting
     De Amerikaan die berucht werd omdat hij een aidsmedicijn enorm duur maakte, is schuldig bevonden aan fraude. Martin Shkreli's straf wordt later bepaald. Hem hangt maximaal twintig jaar cel boven het hoofd.[1]
     Een klein legertje gamers heeft geholpen met de oplossing van een tien jaar oud medisch raadsel. Door samen aan de opbouw van een enzym te sleutelen, is een aidsmedicijn dichterbij gekomen.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “'Meest gehate man van Amerika' schuldig aan fraude” (Zaterdag 5 augustus 2017, 07:26), NOS
  2.   Weblink bron “Gamers lossen medische puzzel op” (Maandag 19 september 2011, 15:52), NOS