• agres·sie·ve·ling
enkelvoud meervoud
naamwoord agressieveling agressievelingen
verkleinwoord agressievelingetje agressievelingetjes

de agressievelingm

  1. een gewelddadig en/of agressief persoon
    • Asscher vindt dat juist de agressievelingen in een opvangcentrum apart moeten worden gezet, in een 'streng regime'. Het COA moet er dan voor zorgen dat zij niet opnieuw homoseksuele vluchtelingen kunnen bedreigen of lastig vallen, aldus de minister.[2] 
    • Na de karatetrap hebben de teamgenoten van de agressieveling hem verder in bedwang gehouden, daardoor is het niet verder uit de hand gelopen. Vanavond spreken het bestuur en de betreffende speler, die nog niet lang lid was van CTO '70, nog met elkaar. Zijn verklaring zal de situatie niet wijzigen. 'Dit tolereren we gewoon niet', zegt Hortensius.[3] 
93 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]