afroven
- af·ro·ven
- samenstelling van af bw en roven ww
afroven [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afroven |
roofde af |
afgeroofd |
zwak -d | volledig |
- iets van iemand stelen
- een heel gebied leegroven
- Het woord 'afroven' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afroven" herkend door:
38 % | van de Nederlanders; |
42 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be