afrondend
- af·ron·dend
vervoeging van: | afronden |
verbogen vorm: | afrondende |
afrondend
stellend | |
---|---|
onverbogen | afrondend |
verbogen | afrondende |
afrondend
- de laatste details voltooien zodat iets klaar is, de puntjes op de i zetten, de laatse oneffenheden wegwerken
- De onderhandelingen verkeren in de afrondende fase.
- Zin scriptie zou al lang in de afrondende fase moeten zijn, maar ik heb zelfs nog geen ruwe opzet mogen ontvangen.
- ▸ Hij was gekleed in een uniform met de aanduidingen van de SOE en de rang van sergeant, gedoucht en geschoren toen hij op de afrondende afspraak verscheen met kolonel Grumpy, zoals iedereen de chef noemde, en zijn twee assistenten.[1]
- Het woord afrondend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Blauwe ster” (2016), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044628265