afrapen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- af·ra·pen
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van af bw en rapen ww
Werkwoord
afrapen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afrapen |
raapte af |
afgeraapt |
zwak -d | volledig |
- iets ergens vanaf pakken
- gekarnde boter van melk afscheppen
Gangbaarheid
- Het woord 'afrapen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afrapen" herkend door:
51 % | van de Nederlanders; |
46 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be