afdoppen
- af·dop·pen
- samenstelling van af bw en doppen ww
afdoppen [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
afdoppen |
dopte af |
afgedopt |
zwak -t | volledig |
- verwijderen van een dop van een verpakking
- Wat als we die robot van ons zo afstellen dat ze een biertje kunnen afdoppen? Het begon als een grap bij het bedrijf Romias in Enter, maar is nu werkelijkheid. [2]
- afsluiten van een leiding met een dop
- Met dochter Nienke naar de flat van Jorn. Eerst de rommel opruimen en afvoeren naar de vuilstort. Brander en soldeer kopen. Wastafel afdoppen. Verwarming leeg laten lopen en afkoppelen. Tegels in badkamer kunnen nu geschilderd worden. In de keuken wacht nog een stukadoorsklusje. We nemen een lijstje door voor nog wat technische inkopen. [3]
- Om te voorkomen dat de eigenaar van het voorste pand de leidingen gewoon afdopt, waardoor de bewoners van de achtergelegen panden ineens in de kou of het donker zitten, of bijvoorbeeld geen water meer hebben, is een erfdienstbaarheid bij de notaris op papier vastgelegd. [4]
- Het woord afdoppen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "afdoppen" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
83 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia Ron Hemmink 09-11-17 Dit bedrijf in Enter heeft een robot die zelf biertjes tapt
- ↑ NRC Hans Huisinga 22 september 2001 Hollands Dagboek: Hans Huisinga
- ↑ De Telegraaf 02 aug. 2017 Gasaansluiting verplicht of niet?
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be