Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ae·ro·club
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aeroclub aeroclubs
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de aeroclubv / m

  1. (sport) (luchtvaart) club voor vliegsport

Gangbaarheid

78 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be