• ad·vies·taak
enkelvoud meervoud
naamwoord adviestaak adviestaken
verkleinwoord

de adviestaakv / m

  1. het moeten uitbrengen van adviezen als opgave
     De Raad, die een adviestaak heeft voor wetsvoorstellen die effect kunnen hebben op de rechtspraak, stuurde het advies aan justitieminister Ferd Grapperhaus. Hij bereidt momenteel een wetsvoorstel voor. De Raad heeft de minister om meer duidelijkheid gevraagd en een aanpassing van het wetsvoorstel.[1]
     In een brief aan statenleden stelt het provinciebestuur dat de vergoedingen ‘in geen enkele verhouding’ staan. ‘Dit is buitenproportioneel hoog’, aldus de provincie. ‘Het gaat per jaar om het verzorgen van circa tien adviezen en zes plenaire vergaderingen (…). Daarnaast voldeed de uitvoering van hun adviestaak ook niet aan onze verwachtingen.’[2]


  1.   Weblink bron “Rechters kritisch over telen legale gemeentewiet” (04-04-2018), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Arjan te Bogt
    “Overijssel wil niet door met ‘vrijwilligers’ die samen 85.000 euro verdienden” (19-03-2021), Tubantia