• ademt in
vervoeging van
inademen

ademt (…) in

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inademen
    • Jij ademt in. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van inademen
    • Hij ademt in. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van inademen
    • Ademt in!