acquitteren
- Geluid: acquitteren (hulp, bestand)
- ac·quit·te·ren
- uit het Frans [1]
acquitteren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
acquitteren |
acquitteerde |
geacquitteerd |
zwak -d | volledig |
- voldoen van een rekening
- voor voldaan tekenen
- Het woord acquitteren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.