acquiesceren
- ac·qui·es·ce·ren
- uit het Latijn
acquiesceren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
acquiesceren |
acquiesceerde |
geacquiesceerd |
zwak -d | volledig |
- tot rust komen
- Het woord 'acquiesceren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.