acollar
Spaans
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
acollar |
acollaba |
acollado |
volledig |
Werkwoord
acollar
Woordafbreking
- a·co·llar
- overgankelijk
- aanaarden, de voet van een plant met aarde bedekken
- (scheepvaart) breeuwen, kalfaten
Synoniemen
- [2] calafatear
Verwijzingen
- acollar in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española