accoucheuse
- Geluid: accoucheuse (hulp, bestand)
- IPA: / ˌɑkuˈʃøzə / (4 lettergrepen)
- ac·cou·cheu·se
- van Frans accoucheuse, op te vatten als afleiding van accoucheur met het achtervoegsel -euse
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | accoucheuse | accoucheuses |
verkleinwoord | accoucheusetje | accoucheusetjes |
de accoucheuse v
- (medisch) (beroep) vrouwelijke vorm van accoucheur
- Het woord 'accoucheuse' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.